Luieren is een hele kunst

Vanuit het niets viel er een pak babyluiers op de grond. In het gangpad van de supermarkt, terwijl er niemand stond. Ik zag het zo vallen. Voor mijn gevoel gebeurde dit niet zo maar. Ik zag het als een teken, een teken van het Universum. Maar wat wilde het Universum mij vertellen? Ik ben toch al een tijdje uit de babyluiers en ik heb ze zelf niet nodig. Toch?

Die avond vroeg mijn zoon tijdens het eten wat ik die middag had gedaan. “Nou”, zei ik tegen hem “ik heb heerlijk geluierd”. En toen schoot ik in de lach. Aha, vandaar dat pak luiers.

Luieren doe ik niet vaak. Ik voel vaak een soort van schuldgevoel als ik aan het niksen ben. Ik voel me dan onrustig en dan ga ik vaak toch maar iets doen. Om bezig te blijven. Dus de volgende dag was ik al weer volop in de weer.

Maar het Universum was nog niet klaar met mij. Een dag later, na een heerlijke wandeling, reed ik naar huis. Op een rustige weg zag ik iets liggen. Iets kleins, midden op de weg. Ik reed er naar toe en mijn mond viel open van verbazing. Hè, hoe kan dit nu? Op deze plek? Midden op de weg?

Er liep een schildpad.

Ik was er stil van. Hoe duidelijker moeten de signalen nog worden? Signalen dat ik mag vertragen en me toch echt mag overgeven aan het luieren en aan het niets moeten. Even niet mijn best doen.

Maar, oh wat vind ik dat moeilijk. Ik probeerde het. Beetje lezen, hangen op de bank en daarna gauw toch nog even iets doen. Zeker nu als zelfstandig ondernemer moet ik toch in de weer blijven, dacht ik. Druk zijn om mijn kost te verdienen. En tegelijkertijd besefte ik ook dat het alsmaar bezig zijn een diepere laag had. En dat kwartje viel een paar dagen later.

Mijn zoon kreeg een zakcentje van een familielid die vond dat hij zo hard had gewerkt op school en zulke mooie cijfers had. Wauw, die voelde ik binnenkomen. Het bracht me terug naar vroeger. Ik ging altijd met mijn schoolrapport naar mijn grootouders en dan kreeg ik geld. En mijn ouders stopten me ook altijd wat toe. Wat heb je goed gewerkt en wat doe je toch je best. Ik liep binnen met geld.

Die conditionering zat nog diep in mij: door hard te werken en je best te doen, verdien je je geld.

Het Universum gaf me snel daarna nog een teken. Ik kreeg het boek “de kunst van het nietsdoen” van Theo Fischer in handen. Ja, ja Universum, nu weet ik het wel.

Maar nu deed ik er ook ècht iets mee. Of beter gezegd, ik deed niets. Ik ging volop luieren. Ik gaf toe aan de rust, aan het nietsdoen, aan dutjes doen, beetje lezen en verder niets. Helemaal niets.

Nu pas voelde ik hoe moe mijn hoofd was. Hoe vol het zat met gedachten en hersenspinsels. Ik merkte dat ik genoot van het niets doen. En na een aantal dagen luieren, was het weer rustig in mijn hoofd. Kwam de energie weer terug. En had ik volop inspiratie!

Nietsdoen is zeker een kunst! Maar zodra je die kunst verstaat, dan is het dubbelop genieten. Van het nietsdoen en luieren. Èn van de positieve flow die daarna ontstaat.

Vind je het een leuk artikel? Deel het gerust!